De KPT-opleiding staat bekend om zijn transparante, voorspelbare en protocollaire werkwijze. Je leert hoe een gezonde mond eruitziet en hoe je afwijkingen kunt herkennen en terugverwijzen naar de tandarts. Hygiëne en desinfectie zijn cruciale onderdelen van de opleiding, net als heldere communicatie met patiënten en verwijzers.
Praktijkgericht en interactief
In het tweede jaar behandel je, samen met een collega, twee edentate patiënten met een volledige gebitsprothese. Dit jaar bestaat uit dertien contactdagen waarin je niet alleen behandelt, maar ook samenwerkt, evalueert en reflecteert. Je houdt een logboek bij en presenteert aan het einde van het jaar je casussen. Zowel theorie als praktijk worden geëxamineerd en moeten met een voldoende worden afgesloten om het getuigschrift KPT te behalen.
Wat mag een KPT-er doen? En hoe zit dat wettelijk?
Wettelijke basis
Volgens de Wet BIG mogen tandartsen en tandprothetici volledige gebitsprotheses aanmeten bij mensen zonder tanden (edentate patiënten). Maar omdat dit geen “voorbehouden handeling” is, mogen ook andere zorgverleners – zoals tandtechnici – dit doen, mits ze bekwaam zijn.
Tandtechnici die een extra klinische opleiding hebben gevolgd, kunnen laten zien dat ze die bekwaamheid in huis hebben. Zo mogen ze dus ook zelfstandig volledige protheses aanmeten.
Samenwerking met de universiteit
De opleiding Tandtechniek van de DHTA werkt samen met de afdeling Orale Functieleer van het UMC St Radboud in Nijmegen. Samen hebben ze een speciale opleiding opgezet: de klinische opleiding voor tandtechnici die met patiënten willen werken. In deze opleiding draait het om goede samenwerking tussen de tandarts of tandprotheticus en de klinisch prothesetechnicus (KPT-er).
Hoe werkt dat precies?
- De tandarts of tandprotheticus doet eerst de intake (anamnese).
- Daarna neemt de KPT-er de behandeling over.
- Aan het einde komt de patiënt weer terug bij de tandarts of tandprotheticus voor de eindcontrole.
Deze manier van werken is prettig voor alle partijen. Je leert van elkaar, verbetert je vakmanschap en bouwt aan een goede samenwerking tussen het laboratorium en de praktijk.
Wat levert het op?
Na het succesvol afronden van de opleiding mag een KPT-er zichzelf bekwaam noemen om zelfstandig protheses aan te meten. Maar net als in elk vak is het belangrijk om bij te blijven. Denk aan:
- nascholingen volgen
- vakliteratuur lezen
- seminars bezoeken
Door patiënten in opdracht van een tandarts of tandprotheticus te behandelen, doet de KPT-er veel ervaring op. Je krijgt direct feedback van zowel de patiënt als de opdrachtgever. Dat maakt het werk leuker, het resultaat beter en de samenwerking hechter.
De KPT-er groeit zo uit tot een echte gesprekspartner van de tandarts en wordt een soort ambassadeur van het tandtechnisch lab. Dankzij zijn of haar kennis wordt de KPT-er ook vaak een vraagbaak voor collega’s binnen het bedrijf.